De zieke nier diagnose

Wat is een “chronische nierziekte” ?

Men spreekt van “chronische nierziekte” als de functies van de nier op permanente basis zijn afgenomen. Als de nierfunctie minder goed is, zullen afvalstoffen worden opgestapeld in het bloed, en zal ook een ontregeling van de bloeddruk optreden, en een vermindering van de epo productie (met bloedarmoede tot gevolg) en een ontregeling van de bot aanmaak.

Men onderscheidt verschillende stadia van chronische nierziekte: van stadium 1 (zeer milde vermindering van de nierfunctie) tot stadium 5 (volledig uitvallen van de nierfunctie).

image

Chronische nierziekten komen meer voor dan men vroeger dacht. In deze figuur ziet u dat tot 20% van de Belgische bevolking een chronisch nierfalen heeft van stadium 3 of slechter. Chronisch nierlijden komt meer frequent voor bij mannen dan bij vrouwen, en neemt toe met de leeftijd.

Hoe stellen we de diagnose van “chronische nierziekte”?

De diagnose van een verminderde nierfunctie wordt bemoeilijkt door het feit dat een vermindering van de nierfunctie vaak heel lang verloopt zonder dat de patient hier last van heeft. Enkel gerichte onderzoeken van het bloed en de urine kunnen een aanduiding geven dat er inderdaad iets fout gaat met de functie van de nieren.

Nochtans is een vroegtijdig opsporen van een probleem met de nieren zeer belangrijk, omdat verloren nierweefsel niet meer kan hersteld worden: voorkomen van schade is dus de enige mogelijkheid. Daarom is het belangrijk dat men gaat screenen naar de aanwezigheid van chronische nierziekte: de arts zal de nierfunctie onderzoeken bij personen die hier eigenlijk zelf nog geen last van hebben.
Deze screening zal men in de eerste plaats uitvoeren bij mensen die een verhoogd risico hebben om een chronische nierziekte te hebben.
Aangezien de nieren heel veel en heel fijne bloedvaatjes bevatten, is het logisch dat mensen die last hebben van hun bloedvaten, ook vaak een slechte nierwerking hebben.

image

In de figuur ziet u de hoeveelheid Belgen (in percentage) per klaringscategorie die al symptomen hebben van hart en vaatziekten op het moment dat hun nierfunctie gemeten wordt: hoe slechter de nierwerking, hoe meer deze mensen ook last hebben van hart en vaatziekten.
Ook een belangrijke risicogroep zijn mensen die suikerziekte (diabetes) hebben. Door de hoge suikerwaarden in hun bloed geraken de filtertjes van de nieren verstopt, en zullen ook de bloedvaten dichtslibben.

Mensen die last hebben van hoge bloeddruk (hypertensie) hebben ook vaak last van een verminderde nierfunctie. Enerzijds omdat door de vermindering van de nierwerking er neiging tot hoge bloeddruk ontstaat, anderzijds omdat hoge bloeddruk de filtertjes van de nier kan beschadigen.

Onderzoek van de nierfunctie is dus aangewezen bij mensen met suikerziekte, bij mensen met hoge bloeddruk, en bij mensen met hart en vaataandoeningen.

Screenen naar nierlijden kan gemakkelijk gebeuren door het METEN van de serum creatinine waarde in het bloed (een afvalstof die verwijderd wordt door de nieren, en die zich dus opstapelt als de nieren minder goed werken) en het opsporen van eiwit in de urine.

Het serum creatinine is een afvalstof van onze stofwisseling, die normaal door de nier wordt verwijderd via de urine. Als de nier minder gaat filteren, zal de concentratie in het bloed van het creatinine oplopen. Serum creatinine is gemakkelijk te meten in het bloed, en kan in alle routine labo’s getest worden. De verhouding tussen de serum creatinine waarde en uw nierfunctie is echter niet rechtlijnig, en de juiste interpretatie van uw serum creatinine waarde vereist wel wat ervaring (zie figuur).  U kan zien dat reeds bij een geringe stijging van het serum creatinine toch al een belangrijk deel van de nierfucntie verloren kan zijn.

image

Een normale nierfilter mag geen eiwit doorlaten. Aanwezigheid van eiwit in de urine is dus altijd een teken dat er nierbeschadiging is. De mate van dit eiwitverlies is ook een maat van de ernst van de nierbeschadiging. Bovendien is de mate van eiwitverlies ook een belangrijke aanduiding van de snelheid waarmee de nierfunctie verder zal achteruitgaan. Eiwitverlies kan best worden opgespoord op een vers urinestaal. Uw huisarts kan een teststrookje gebruiken, die een kleurreactie geeft als er eiwit in de urine is, of, en meer exact, een staal van uw urine kan worden onderzocht in het laboratorium.